четверг, 10 ноября 2011 г.

Jacob van Eijck - pavane lachrimea (Brüggen on original Terton)


                    



Frans Brüggen on the original and famous Terton soprano recorder (1967)


Jacob van Eyck (Heusden?, ca. 1590 - Utrecht, 26 maart 1657) was een Nederlands musicus en componist.
Jacob van Eyck werd waarschijnlijk in Heusden geboren als kind van adellijke ouders. Hij was al bij zijn geboorte blind. Hij ontwikkelde zich in Heusden als klokkendeskundige en beiaardier. Heusden had één klein carillon, dat zich in de toren van het stadhuis bevond.
Van Eycks kennis is van cruciale betekenis geweest voor de ontwikkeling van de beiaard. Hij heeft ontdekt hoe de toonstructuur van klokken is samengesteld en door de vorm kan worden beïnvloed. Deze kennis werd in praktijk gebracht door zijn samenwerking met de klokkengieters Pieter en François Hemony, die hij in Zutphen ontmoette. Samen goten zij de eerste goed stemmende carillons.
In 1623 reisde Van Eyck voor het eerst naar Utrecht om advies uit te brengen voor de verbetering van de beiaard in de Domtoren, en in 1625 werd hij benoemd tot beiaardier van de Dom. Later bekleedde hij dezelfde functie aan de Janskerk, de Jacobikerk en het stadhuis. In 1628 werd hij "directeur van de klokwerken" in Utrecht, en als zodanig wist hij vele verbeteringen door te voeren in het klokkenbestand in Utrecht. Hij bezocht ook andere steden om te adviseren over de verbetering van beiaards. Dankzij de inspanningen van Van Eyck kregen de Jacobikerk en de Nicolaïkerk in Utrecht een nieuwe Hemony-beiaard; de Dom volgde pas enkele jaren na Van Eycks dood.
Jacob van Eyck was in zijn vrije tijd ook een begenadigd blokfluitist. Op zomeravonden vermaakte hij de wandelaars op het Janskerkhof met zijn virtuoze fluitspel. In 1640 wordt dit voor het eerst genoemd, vanaf 1649 krijgt Van Eyck er door het Janskapittel extra voor betaald. In 1644 ging hij over tot het publiceren van zijn blokfluitcomposities. De verzameling Der Fluyten Lust-hof verscheen in twee delen (en drie etappes) tot 1649, en was opgedragen aan Constantijn Huygens, die een verre neef was van Van Eyck.
Der Fluyten Lust-hof omvat zo'n honderdvijftig composities, vooral variatiereeksen over populaire melodieën en psalmen. Daarbij gaat Van Eyck te werk volgens het proces van "breken": het omspelen van de themanoten in steeds kleinere notenwaarden (diminutie), wat een toenemende moeilijkheidsgraad tot gevolg heeft. Mede doordat hij aan eenstemmigheid gebonden was, heeft zijn stijl een overwegend ornamenteel karakter.



Комментариев нет:

Отправить комментарий